We rijden om 8:30 met de landcruisers Dodola uit. Voordat we vertrekken is er nog verwarring. De chauffeurs gingen ervan uit dat we terug naar Addis Abeba zouden rijden. Gelukkig hebben we het papiertje van de Jhonn nog en kunnen we ze overtuigen dat we morgen pas teruggaan.
Na een half uur komen we bij het vertrekpunt van de trekking aan, midden in een wei.
Een pakpaard wordt geladen met de bagage. Omdat we geen kookgerei (alleen het eten zelf en spullen om te overnachten) mee hoeven te nemen is er niet zo veel bagage. Voor de zekerheid gaat er een rijpaard mee. Als iemand een enkel verzwikt of te moe wordt kan dit paard gebruikt worden. Achteraf zal blijken dat dit voor deze wandeling iets overdreven is.
We vertrekken (9:30) op een hoogte van 2784 meter. We lopen meteen omhoog en tussen de bomen. Mensen komen ons tegen met paarden met aan weerszijden bundels hout. Het hout is aan een kant aan het paard vast gemaakt. De andere kant van de bundels hout sleept over de grond.
Na het eerste klimmetje gaat het pad langzaam omhoog. Halverwege de tocht rusten we even uit in het gras. Het zonnetje schijnt heerlijk nu. We hebben de keuze nu tussen een kortere en steile route of een langere en eenvoudigere route. De langere route schijnt het mooiste te zijn, dus kiezen we daar voor.
Een buizerd kijkt vanuit de boom naar ons.
Het bos wordt dichter en er hangt veel mos. In de verte zien we bavianen lopen.
Het laatste stuk naar boven is even flink klimmen (vergeleken met de rest van
de route). We lopen nu het bos uit en komen tussen de heide en reuze lobelia's
terecht. De vergezichten zijn nu erg mooi. Het rijpaard is ondertussen alleen gebruikt om
twee dagrugzakken op leggen. De wandeling is niet zwaar geweest.
Als we bij de Angafu hut (3460 m.) aankomen is het bewolkt. Even later begint het zelfs iets te miezeren. En nou zou je hier lekker in het gras kunnen liggen en van het uitzicht genieten!
In de hut is alles aanwezig : kookspullen, eetgerei, water, fris, bier, wijn, kookstellen
en een houtskachel voor de kille avonden.
Er zijn geen andere gasten in de hut. Omdat het gids het hier erg koud vindt (vooral nu het regent), vraagt hij of hij ook in de hut mag slapen. Dat is geen probleem. De hut bestaat naast de zitruimte uit 2 slaapkamers met elk 2 stapelbedden. Er zijn zelfs dekens aanwezig, maar wij hebben eigen slaapzakken bij ons.
Bij aankomst wordt meteen thee klaar gemaakt. We lunchen van het brood en beleg dat
op het paard meegebracht is. Het regent nu iets buiten.
Vlakbij de hut staan veel reuze lobelia's (lobelia rhynchopetalum, die tot 5 meter hoog
wordt). Struiken vol met witte bloemen (silver helichrysum) zien er soms vanuit de
verte als een witte rots uit, door de vele bloemen.
Maar het meeste indruk maken de enorme distels op mij. Volgens een reisverslag op
internet is dit de 'globe thistle' ofwel de 'echinops longisetus'. Een soortgelijke
struik met veel kleinere bloemen heb ik onderweg naar de bergen meer gezien. Maar
deze bloemen zijn enorm groot en fel rood gekleurd.
Het is alleen jammer dat de zon nu niet schijnt. Met reuze lobelia's en de distels op de voorgrond en de vergezichten op de achtergrond is dit een plek om echt van te genieten.
Als het (bijna) niet meer regent gaan we met de gids verder omhoog, op zoek naar
Nyala's. We lopen eerst tegen de steile helling omhoog en komen bij hoge heide struiken
uit. Stukjes hiervan zijn afgebrand als natuurbeheer. Er komt op deze plekken weer
groen gras te voorschijn. Nyala's vinden we niet. We lopen verder omhoog tot op een
top die ong. 200 m. hoger dan de hut ligt. Vanaf hier is er een mooi 360 graden
uitzicht. Het is nog steeds bewolkt en het waait hier boven erg fris. We kunnen nog
verder lopen, maar die afstand ziet er wel erg ver uit. Daarom besluiten we om terug
te lopen naar de hut.
We komen om 16:45 weer bij de hut, waar Carla is achter gebleven. Tijd om voor de
hut te zitten en een biertje te drinken. Het bier is hier natuurlijk altijd koud!
Tegen de avond klaart het iets op, maar het wordt buiten steenkoud. Ook uit de 'slaapkamers' trekt een koude lucht. Plafonds zitten er niet in, boven kijk je overal tegen het dak aan.
We koken op petroleumstellen. Weer macaroni natuurlijk. De saus is weer goed gevuld, de gids kijkt met verbazing toe als we de blikken mais, corned beef, champignons bij de tomatensaus doen. Normaal wordt er alleen ui toegevoegd. Met iets peper smaakt de macaroni heerlijk. Iedereen heeft honger en dat is te merken bij het eten. De gids schept een tweede keer macaroni op en neemt nog een derde keer alleen saus, dus het eten moet hem wel bevallen! Het eten dat over is gaat naar de hut beheerder. Ondertussen is de kachel met hout gevuld en zorgt voor warmte. Met z'n allen gaan we om de kachel zitten.
Toen we aankwamen was er het aanbod om warm water te maken voor een douche, maar dat hebben we afgeslagen. Ook kon er een geit geregeld worden, die dan op de 'barbecue' gaat.
In het donker zorgen olielampen voor het licht.
Het is om 21:00 bedtijd. De kou valt mee als je eenmaal in de slaapzak ligt. Wel zakken
de bedden door en kraken als je je beweegt.