Als we van de 'snelweg' afrijden is het nog 17 km tot El Sod. Onderweg zien we veel vogels : 3 Tony eagles in een boom, meerdere kleine trappen en een grote trap met een andere vogel op de rug.
Om 8:00 komen we aan bij de rand van de krater waar het zoutmeer in ligt. Een gids wordt
geregeld om mee naar beneden te lopen. Het is wel even zoeken totdat er een gevonden is
die enigszins Engels spreek. Of dit een voordeel is, is later maar de vraag...
De afdaling in de krater valt niet mee (8:10 - 8:55). Na drie kwartier open op een
pad met losse stenen komen we bij het zoutmeer.
Als we onderweg een foto willen maken van een ezel moet er steeds onderhandeld worden over
de prijs. Deze komt ons vaak absurd over vergeleken met de prijzen op een andere plek (10 Birr voor een foto van een ezel).
De gids is vrij lastig als we een foto
willen maken van de bergen die weerspiegelen in het zwarte water. Hij wil maar steeds
dat we doorlopen en naar zijn uitleg luisteren. Het is vrijdag, een islamitische feestdag.
Om die reden wordt er niet gewerkt in de krater. De gids wil regelen dat er twee
mannen modder uit het meer halen voor 100 Birr. Maar hier heeft niemand interesse in, tot
verbazing van de gids.
Langs het meer liggen nog stapels zwart zout. Volgens de gids is dit zout voor de dieren, voor de mensen moet het nog gezuiverd worden.
De weg terug omhoog gaan net zo snel (of langzaam) als de weg omlaag (9:15 - 10:00). Het is nu heet in de zon en tijdens de klimpartij raak je behoorlijk aan het zweten. Onderweg proberen jongetjes flesjes frisdrank te verkopen. Maar ik loop liever eerst door naar boven. Boven gekomen is het wel tijd om eerst een flesje cola te drinken.
Na een kwartier gezeten te hebben (onder grote belangstelling van de mensen), vertrekken we weer (10:15).
Om 10:30 rijden we weer op asfalt. Onderweg stoppen we als er een paar
Borena vrouwen op de weg lopen. We vragen toestemming om een foto te maken en met een paar
Birr kan er een vrouw overtuigd worden.
Om 11:40 zijn we terug bij het motel. De lunch (spaghetti) is al geregeld, al blijkt de bestelling later niet bij iedereen even goed gekomen te zijn. Frank houdt de planning echter steeds goed in de gaten en zorgt dat het eten op tijd op tafel staat.
Na de lunch vertrekken we naar het noorden (13:00). De asfalt weg is van wisselende kwaliteit. Soms is deze in goede staat en dan zitten er weer veel gaten. Af en toe passeren we een touw van een controle post. Tijdens de hele reis in het zuiden komt dit regelmatig voor. Dit zijn punten waar gecontroleerd op of er niet illegaal spullen naar een ander gebied gaan, bv. houtskool terwijl de bomenkap tegen gegaan wordt.
In Dilla overnachten we in het Meresa hotel, waar we om 16:30 aankomen. Omdat elke kamer maar een (dubbel-)bed heeft, krijgen de alleenreizenden allemaal een eigen kamer. Ik drink een cola in het hotel, maar omdat het restaurant hier afgeraden wordt, lopen we naar een restaurant (Rendez Vous) in de stad. Hier zijn veel soorten verse sap te krijgen en ik neem een ananas sap voordat ik aan het bier begin.
Een Engelse menu kaart hebben ze niet, maar Frank weet nog van een vorig bezoek dat er hamburgers te krijgen zijn. Ik neem dan een hamburger. Deze komt met een lekkere verse salade, maar de saus zijn vergeten op het vlees te doen.
Al om 19:10 ben ik terug bij het hotel. Als ik onder de hete douche ga staat de hele badkamer (zoals gewoonlijk) weer blank. In de hotelkamer en douche lopen veel grote kakkerlakken en al snel heb ik er 5 van dood gemept met een slipper. Hier en daar lijkt nog een dode kakkerlak die al eerder is dood gemept.
De muziek klinkt binnen nog erg hard en een aantal mensen zit bij de hotelkamers te praten.
Ik daarom buiten nog maar een biertje drinken.